Kinderoefentherapie

Een kinderoefentherapeut is specialist in de ontwikkeling van opgroeiende kinderen. Oefentherapie bij kinderen is meestal gericht op de motoriek. Beweging is voor de ontwikkeling van kinderen van groot belang. Het is niet altijd vanzelfsprekend dat de ontwikkeling van kinderen loopt zoals die hoort. Sommige kinderen hebben meer moeite met een vaardigheid dan andere kinderen. Gelukkig kan een kinderoefentherapeut in die gevallen hulp bieden.

Kinderoefentherapie helpt kinderen die een motorische achterstand hebben waarbij plezier in bewegen centraal staat.

Onderzoek

Na de aanmelding wordt eerst een motorisch onderzoek afgenomen. Er wordt gekeken naar de ontwikkeling van het kind waarin de hulpvraag van onder andere ouders, leerkracht en het kind zelf centraal staat. Verschillende onderdelen van de motoriek komen aan bod. Om een totaalbeeld van het ontwikkelende kind te krijgen wordt gekeken naar het evenwicht, de grove en fijne motoriek, ooghandcoördinatie, het schrijven, lichaamsschema, ruimtelijke oriëntatie en de houding. Na het onderzoek wordt een uitgebreid verslag geschreven waarin onder meer de bevindingen van het onderzoek worden genoteerd en ook de eerste indruk en het gedrag van het kind.

Behandeling

Op basis van de uitkomsten van het onderzoek stelt de kinderoefentherapeut een individueel behandelplan op. Hierin staat de hulpvraag van ouders, leerkracht en het kind zelf centraal. Het doel van de behandeling is het vergroten van de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind. Plezier in bewegen staat voorop.

Indicaties

Indicaties voor de kinderoefentherapie zijn bijvoorbeeld:

  • Bewegingsarmoede / bewegingsangst
  • Onhandige motoriek; veel vallen, struikelen of stoten
  • Te hoge op te lage spierspanning
  • Moeite met balspelen
  • Spierklachten / gewrichtsklachten
  • Niet mee kunnen met leeftijdsgenootjes
  • Slecht en onleesbaar handschrift
  • Motorische achterstand door Developmental Coördination Disorder (DCD), ADHD, NLD
  • Houdingsafwijkingen
    • Te holle of te bolle rug
    • Scoliose (zijdelingse verkromming van de wervelkolom)
    • Standsafwijkingen van de voeten, bijvoorbeeld platvoeten
    • Standsafwijkingen van de knieën, x-benen of o-benen
    • Beenlengteverschil
  • Groeistoornissen
  • Hypermobiliteit